maandag 5 maart 2012

Boekverslag2-literatuuroflectuur

Algemene informatiea.            Auteur: Khalid Boudou
                Titel: Het Schnitzelparadijs
                Uitgever: Malmberg
                Plaats van uitgave: Den Bosch
                Jaar van uitgave: 2001
                Aantal bladzijdes: 293
b.            ontwikkelingsroman, de psychologische ontwikkeling en de innerlijke groei van de                                     hoofdpersoon staan centraal.
c.            Samenvatting:
Nordip Doenia, een Marokkaanse jongen, heeft 2 jaar lang “geslapen.”(niets met zijn leven gedaan), nadat het was uitgegaan met zijn vriendin Tsjoepita. Nu wilde hij zijn leven weer een beetje oppakken en gaan werken. Hij vond via zijn neef Krimo een baan in een restaurant, De Blauwe Gier. Hij ging stage lopen in de keuken, als afwasser in de ‘pannenhoek’, waar hij verder niet voor betaald kreeg. Hij kreeg een nieuwe bijnaam: de Sopkop. In zijn pannenhoek kwamen de anderen uit de keuken of uit de bediening even hun hart uitstorten bij hem wanneer ze weer problemen hadden. Nordip komt al gauw iets over een spel te weten wat je tegen de baas kan spelen om hogerop te komen. Maar niemand wil Nordip vertellen wat voor spel het is. Nordip weet Krimo en Agnes (de rijkeluisdochter die werkt als dienstmeisje in de Blauwe Gier) aan elkaar te koppelen. Amimoen (medewerker in de keuken) is hier nogal pissig over, zijn maten bedreigen Nordip. Nordip wil het spel ook een keer spelen, hierop antwoordt Amimoen dat hij de Blauwe Gier in brand zal steken als Nordip wint. Nordip moet een keer, toen er vreemde mensen in het restaurant waren naar voren komen om te zeggen hoe hij in het leven stond. Hij had toen gezegd dat hij eigenlijk 2 jaar lang geslapen had en nu aan het ontdekken was wat er in de wereld te doen was. Op een dag komt de FIOD een inval doen in het restaurant. In de Blauwe Gier werken veel zwartwerkers die worden opgepakt en hun baan kwijt zijn. Meerman (de baas) blijkt schuldig te zijn aan belastingfraude wegens het in dienst nemen van mensen die niet geregistreerd zijn. Het is een zooitje in de Blauwe Gier, en omdat er aan het licht is gekomen dat het allemaal niet legaal geregeld is in het restaurant besluiten sommige medewerkers om op te stappen, waaronder Krimo. Krimo stort zich op een carrière als zanger, waar hij altijd al mee bezig was. Hij heeft succes. Het blijft lange tijd een chaos in de Blauwe Gier, de klanten zijn vaak ontevreden over de kwaliteit en omdat er veel vertraging is met de gerechten. De oorzaak is het tekort aan personeel, nadat vele waren opgestapt. Ook zijn degene die gebleven zijn heel ontevreden en wordt er veel gemopperd en slecht gewerkt. Wilhelm, de manager van de keuken is vaak over de rode. De nood wordt heel hoog, er is te weinig personeel,. Daarom willen ze Nordip nuttiger werk in de keuken laten doen. Maar daarvoor moet Nordip eerst het spel spelen. Wilhelm gaat dat doen met Nordip. Het bleek een eenvoudig potje dammen te zijn. Als Nordip won mocht hij de vleesvork hebben en dus eerste kok worden. Het spel is Nordip volledig onbekend en Wilhelm had al van iedereen gewonnen. Maar tegen alle verwachtingen in wint Nordip. Zo wordt hij eerste kok, in de plaats van zijn neef Krimo die was opgestapt.
2. Literair gewicht






Literaire passage ter verantwoording van het literaire gewicht:

deze passage speelt zich af aan het eind van het boek, halverwege Nordips dampartij tegen chef-kok Wilhelm. Hij staat er niet goed voor, en Kapitein Kopzorg komt weer in zijn gedachten op.

Machteloos sta ik, bezie mijn bekrompen partij stenen en kijk met de handen in elkaar gestoken om mijn nek, de ellebogen strak vooruit, wederom naar het groene bordje met de uitnodigende tekst – NOODUITGANG. Wie heeft het ooit in zijn hoofd gehaald een nooduitgang te creëren? Wie heeft ervoor gezorgd dat ik als lafaard, als verliezer brandend de deur uit kan? Zal ik… zal ik maar weer gaan slapen? Lang leve de Weerwolfman, waarom de uitdaging, waartoe de ambitie, waarom het streven? Streven naar wat? Kapitein Kopzorg tikt op mijn vingers: trek je zware jas aan en ga op bed liggen. Waar ben ik aan begonnen, o boy? Waar is mijn borstel, mijn houvast waar ik verhaal bij heb gedaan, waarvan ik de haren heb bestreken met mijn herinneringen om ze zo te verzuipen in het sopwater? Waar is mijn borstel om de realiteit, deze absurde echtheid, weg te schrobben en ze verzuipen? Krimo, zing voor mij een lied, zodat het ijs smelt tot stromend water, leer mij weer fluit spelen, want ik ben het fluitend spelen kwijt.ik weet geen begin te maken. Dit is een onmogelijke zaak, ik ga naar huis –zal ik? Het conflict in mijn hoofd wil zich niet bewegen naar een uitkomst. Zal ik? star blijft het in het midden tollen. Zal ik? het maakt me tollend dol, krankzinnig. Mijn vingers klem ik om de stoelleuningen. Vuisten die dreigend kraken, dreigen te knakken. Ik ga opstaan, weg, ik ga weg, ik vlucht. Ik zal! Ik ga opstaan, weg… ik vlucht.

Deze passage speelt zich vrijwel volledig af in de gedachten van Nordip. Je leest wat hij denkt en zijn gedachten zijn zeer uitgebreid beschreven. Dat is een kenmerk van literatuur. Er ligt nadruk op de gedachten. Dat vormt samen met nadruk op beschrijvingen en sfeer een literair kenmerk. In dit stuk komen (sfeer)beschrijvingen niet echt uitgebreid naar voren, maar ook dat komt voor de rest in het boek regelmatig aan de orde.
Doordat je constant gedachten van de hoofdpersoon leest, kan je je makkelijk inleven in de hoofdpersoon. De gedachten van Nordip worden vanzelf ook jouw gedachten. Zijn verbeelding komt in zijn gedachten ook vaak naar voren. Dat is ook een kenmerk van literatuur; veel plaats voor verbeelding van de lezer.
Ook zorgen de gedachten van Hoofdpersonage Nordip ervoor dat je jezelf een personage in het boek voelt. Je leeft zozeer mee met het hoofdpersonage dat je bijna denkt dat jijzelf ook een personage in het boek vormt. Dat is ook weer een literair kenmerk. Want bij lectuur ben je als lezer meestal alleen maar getuige van de gebeurtenissen in het boek. Doordat je hier zoveel, zelfs de gedachten van de hoofdpersoon meekrijgt, ben je eigenlijk geen toeschouwer meer.