donderdag 6 februari 2014

Verwerkingsopdracht stromingsboek Noodlot

Algemene beschrijving
a)
I. Auteur ; Louis Couperus
   Titel ; Noodlot
II. Plaats van uitgave ; Utrecht
    Jaar van uitgave ; 1986
    Jaar van eerste uitgave ; 1890
III. Aantal pagina's ; 219

b) Psychologische roman

c) Samenvatting:
Frank Westhove is een Nederlandse ingenieur, die in een luxe villa ergens in de omgeving van Londen woont, samen met zijn dienstmeid en haar man.
Als Frank op een avond thuiskomt, ziet hij een man voor zijn deur staan. Het blijkt Robert van Maeren, bijgenaamd Bertie, te zijn, een oude schoolvriend van Frank. Bertie is armoedig gekleed en vraagt Frank om wat geld. Frank neemt Bertie uit medelijden meteen in huis, hij geeft hem eten en kleed hem aan. Aangezien Bertie geen huis heeft, biedt Frank hem aan dat hij wel een paar weken bij hem mag wonen. Hij kan dan ondertussen op zoek naar werk. Maar het bevalt Bertie eigenlijk wel goed om bij Frank te wonen. Hij gaat mee naar feestjes en hij krijgt veel dure kleding van Frank; hij begint zich te gedragen als een echte gentleman. Frank heeft er eigenlijk wel plezier in dat Bertie zich zo voordoet. Frank bemerkt, dat hij Bertie ook echt mist, als deze soms een paar dagen weg is.
Het verhaal neemt een andere wending, wanneer de twee besluiten een reis te maken naar Noorwegen. In Noorwegen ontmoeten ze een een oude heer, Sir Archibald Rhodes, en zijn dochter Eve. Ze besluiten samen verder te reizen. Frank en Eve praten en wandelen veel samen, tot ongenoegen van Bertie. Na een paar dagen scheiden hun wegen weer, Frank en Bertie gaan weer terug naar Londen. Als Eve en haar vader ook weer terug zijn in Londen, gaat Frank vaak bij hen op bezoek. Hij wordt verliefd op Eve, en denkt eraan met haar te gaan trouwen. Dan krijgen ze echter, mede door toedoen van Bertie, enorme ruzie om een oude schoolvriendin van Frank. Ze gaan woedend uit elkaar.
Frank heeft echter al snel spijt, dus hij besluit brieven naar Eve te sturen. Als ze niet reageert, probeert hij het via haar vader, maar ook nu ontvangt hij geen enkele reactie. Dit komt omdat Bertie de brieven laat achterhouden met geld dat hij van Frank leent. Dan besluit Frank naar het huis van de Rhodes te gaan. Bertie probeert Frank ervan te overtuigen dat dit zwak van hem is, Eve heeft toch duidelijk genoeg laten merken dat het over is…Frank zwicht voor Berties argumenten en gaat niet.
Dan begint langzamerhand, door hun luxueuze levensstijl, Franks geld op te raken. Frank en Bertie besluiten naar Amerika te gaan, om daar wat geld te gaan verdienen. Na daar twee jaar rondgezworven te hebben, gaan ze naar Holland, hun geboorteland. Van het beetje gespaarde geld houden ze vakantie in Scheveningen. Op een dag ziet Bertie twee personen op het strand lopen. Het blijken Sir Archibald en Eve te zijn. Bertie zegt niets tegen Frank, maar Frank ontmoet Eve enkele dagen later zelf. Ze raken opnieuw aan de praat, en Frank begint over de brieven die hij verstuurd heeft. Eve blijkt echter nooit een brief ontvangen te hebben! Al snel komen ze erachter dat Bertie de schuld hiervan is, hij had namelijk een bediende van Sir Archibald omgekocht (van Franks geld). Frank wordt zó woedend, dat hij naar zijn hotelkamer gaat en Bertie om een goede reden voor zijn daden vraagt. Bertie beschuldigt het noodlot, hij zegt dat hij er niets aan kon doen, omdat hij nu eenmaal zo is. Frank vindt dit een laf excuus, en slaat Bertie. Dan komt Eve binnen en dwingt Frank te stoppen. Het is echter al te laat; Bertie is dood.
Frank krijgt twee jaar gevangenisstraf. Daarna zoekt hij Eve opnieuw op. Frank krijgt een baan als werktuigbouwkundige in een fabriek in Glasgow. Hij en Eve besluiten dan uiteindelijk toch te gaan trouwen. Echter, na een paar weken vraagt Frank of hij zijn woord terug mag krijgen. Hij is bang dat Eve liever haar vrijheid terug zou willen, een gelukkig huwelijk zal het, vanwege het verleden, namelijk toch nooit worden tussen hen. Dan ontdekt Eve een klein flesje in de jaszak van Frank. Eve houdt het flesje vast, maar Frank eist het terug. Dan gooit Eve het weg. Frank bekent, dat het vergif was. Hij wilde dat vanavond opdrinken, na van Eve weggegaan te zijn. Eve wil echter niet scheiden van Frank. Dan komt ze met een idee: als ze nu eens samen dat flesje zouden leegdrinken…Het flesje blijkt namelijk alleen maar gebarsten te zijn, alle vloeistof zit er nog in. Eve drinkt dan de helft van het flesje leeg en geeft de andere helft aan Frank. Na korte tijd sterven ze beide.
Verwerkingsvragen

a)
Literaire stroming: Naturalisme
1. Ontstond in Frankrijk volgend op het 19e-eeuwse realisme
2. Stroming is de reactie op en tegenhanger van de romantiek
3. Onderwerpen zijn veelal alledaags
4. Een gewone arbeider is de hoofpersoon in het boek
5. Hoofdpersoon en zijn omgeving vormen het belangrijkste onderdeel in het verhaal.
6. In het Naturalisme wordt de mens gezien als een product van verschillende factoren waar men geen invloed op heeft. Factoren zijn bijvoorbeeld erfelijke eigenschappen, het milieu waarin de persoon leeft, en de specifieke omstandigheden. Die vormen samen de mens, zonder dat die daar zelf echt iets aan kan doen.
7. De manier van vertellen is meestal objectief
8. Chronologisch tijdsverloop
9. Het personage is het middelpunt en diens eigenschappen worden dan ook nauwkeurig beschreven

b)
Er komen in het boek meerder situaties voor waarin qua beschrijving de nadruk wordt gelegd op het karakter en ook het denken van de personen. Het duidelijkst is dit bij Bertie, want zijn gedachten over de relatie tussen frank en Eve worden nauwkeurig beschreven. Couperus beschrijft ook veel van het leven van Bertie. Ook over zijn verleden kom je daardoor wat te weten.
Bertie beschrijft zijn eigen karakter als een noodlot. Want hij is door het noodlot gemaakt om Frank en Eve van elkaar te scheiden. Later trof het noodlot hem nogmaals toen hij stierf. Bertie voelde dat als straf voor zijn slechte daden.
Hoewel de levensstijl van de hoofdpersonen nogal luxueus is komt ook in dit boek het normale leven naar voren, een van de kenmerken. Af en toe wordt de dagbesteding van een ‘gewone dag’ beschreven; dineren, een gala of met een drankje bij het vuur zitten.
Dat het Naturalisme zich kenmerkt door objectiviteit van de schrijver is ook duidelijk is dit boek. Couperus laat zijn mening totaal niet zien, het hele boek door. En ook de chronologische volgorde van vertellen is van toepassing op dit boek.
Omdat er meerdere kenmerken van het Naturalisme duidelijk terugkomen in dit boek, lijkt het mij een goed voorbeeld van een Naturalistisch boek.





Verwerkingsopdracht 2a Stromingsboek; Kaas

Algemene beschrijving
a)
I. Auteur ; Willem Elsschot
   Titel ; Kaas
II. Plaats van uitgave ; Groningen
    Jaar van uitgave ; 1969
    Jaar van eerste uitgave ; 1933
III. Aantal pagina's ; 112

b) Novelle

c) Samenvatting:
Frans Laarmans is een eenvoudige kantoorklerk bij de General Marine and Shipbuilding Company in Antwerpen. Hij zou misschien wel eens wat hogerop willen. Deze hoop lijkt werkelijkheid te worden wanneer hij via de begrafenis van zijn moeder in contact komt met de heer Van Schoonebeke. Deze man is zeer (invloed)rijk en nodigt Frans uit om eens bij zijn vriendenbijeenkomsten te komen. Daar vertellen mensen dan op een opschepperige manier over mooie restaurantjes in de Elzas, en hoe goed de beurskoersen er wel niet bij staan. Frans kan hier natuurlijk niet over meepraten, en dat stoort Van Schoonebeke. Niet dat hij het echt erg vindt, maar toch besluit hij om contact op te nemen met zijn vriend Hornstra, die kaashandelaar is.

Enige dagen later, nadat Frans op bezoek is geweest bij Hornstra, krijgt hij bericht dat hij officieel benoemd is tot vertegenwoordiger van België en het Groothertogdom Luxemburg. Frans is dolblij, eindelijk ziet hij kans hem en zijn gezin een betere toekomst te geven. Op advies van zijn vrouw houdt hij zijn baan op de werf aan met onbetaald ziekteverlof. Frans begint razend enthousiast, maar met de verkeerde dingen. Hij besteedt veel te veel tijd aan onbelangrijke zaken zoals briefpapier, de inrichting van zijn kantoor en een goede schrijfmachine. Het enige belangrijke waar hij wel aandacht aan schenkt, het maken van een netwerk van agenten door heel België heen, mislukt. Ook al blijft Frans het proberen, contact krijgen met de agenten lijkt onmogelijk. Ondanks deze eerste tegenslag blijft hij goede moed houden. Maar hij blijft veel en veel te lang treuzelen met het echt verkopen van kaas, waardoor de deadline waarop de kaas verkocht moet zijn, steeds dichterbij komt.

Ook al wilde Frans het zich niet realiseren, na een tijdje kwam hij er toch achter dat hij eigenlijk nog veel te weinig tijd had om zijn twintig ton kaas te verkopen. Hij wordt wanhopig en gaat daarom zelf proberen de kaasbergen te verkopen, wat natuurlijk niet lukt. De dag dat Hornstra zelf poolshoogte komt nemen, wordt Frans opeens bang. Hij durft Hornstra niet recht in de ogen te kijken. Daarom doet hij niet open, maar stuurt hij Hornstra een brief dat hij België en het Groothertogdom Luxemburg om gezondheidsredenen niet meer kan vertegenwoordigen. De kaasdroom is aan diggelen, maar Frans beseft des te meer hoe goed zijn normale leventje wel niet was.


Verwerkingsvragen

a) Stroming: Nieuwe Zakelijkheid
1. De Nieuwe Zakelijkheid is meer een stijl dan een stroming. Kenmerken van de stijl zijn soberheid en vooral nuchter en functioneel schrijven; zakelijk dus.
2. Qua inhoud was er veel aandacht voor de stad, het zakenleven, vooruitgang en de maatschappij.
3. De schrijfstijl bevatte weinig bijvoeglijke naamwoorden en weinig lange zinnen. Alledaags taalgebruik eigenlijk
4. Men liet weg wat niet nuttig, niet functioneel of onbegrijpelijk was.

b) Kenmerken van de stroming aan de hand van voorbeelden uit het boek.
1. (bladzijde 42)
"'Natuurlijk is er geen enkele reden waarom het niet zou marcheren,' troostte zij. 'Je moet hard werken. Maar toch zou ik voorzichtig zijn. Op de werd zit je gerust, met een vast salaris.'
Dat noem ik waarheid als een koe."

De schrijver schrijft hier strak en laat de vrouw van de hoofdpersoon (de zij-persoon in dit citaat) nuchter en sober reageren op wat de hoofdpersoon eerder heeft gezegd. De hoofdpersoon reageert ook sober en nuchter op het gezegde van zijn vrouw.

2. (bladzijde 28)
""Denk er eens over na,' raadde hij. 'Er is veel mee te verdienen en jij bent de geschikte man.'
Dat was wel een beetje brutaal van hem, want ik vind dat niemand mij geschikt vinden moet voordat ik mijzelf geschikt heb gevonden. Maar toch was het aardig dat hij mij zonder enige conditie in de gelegenheid stelde mijn eenvoudig plunje van klerk bij de General Marine and Shipbuilding Company uit te trekken en zomaar ineens koopman te worden. Zijn vrienden zouden dan wel vanzelf vijftig percent van hun hooghartigheid laten vallen. Met hun beetje centen!
Ik vroeg hem dan ook wat voor soort handel zijn Hollandse vrienden dreven.
'In kaas,' zei mijn vriend. 'En dat marcheert altijd, want eten moeten mensen toch.'"

Het gaat hier duidelijk om het zakenleven. Alles draait om geld in dit stukje en meer is eigenlijk niet belangrijk. Dat is volgens mij precies een kenmerk van de Nieuwe Zakelijkheid. Niet moeilijk doen; knaken maken.


c)
Kaas van Willem Elsschot is naar mij idee in alle opzichten een goed voorbeeld van een boek uit de Nieuwe Zakelijkheid. Willem Elsschot gebruikt duidelijk de kenmerkende schrijfstijl. Dat merkt je bijvoorbeeld aan de korte zinnen en het eenvoudige taalgebruik. Ook worden er weinig randzaken genoemd. Alles wat niet met de inhoud te maken heeft komt er eenvoudigweg niet in. Het is sober geschrevenen en de hoofdpersoon is een ‘gewone man’. Bovendien heeft het onderwerp alles met het zakeleven en geld verdienen te maken. Ik vind bijna alles aan dit boek zakelijk, op de titel na misschien.

woensdag 29 mei 2013

Verwerkingsopdracht Romantiek/Realisme


Muziekanalyse

Deze verwerkingsopdracht met betrekking tot de Romantiek en het Realisme houdt in dat ik verschillende stukken muziek analyseer en kenmerken uit de periodes probeer te beschrijven. De drie muziekstukken  zijn afkomstig uit de Barok, het Classicisme en uit de Romantiek. Uit die periodes heb ik een kenmerkend stuk gekozen, de kenmerken heb ik benoemd in de beschrijvingen bij de muziekstukken.

Barok
De muziek die in de Barok-tijd is gemaakt heeft over het algemeen een aantal kenmerkende eigenschappen;
De muziek uit de Barok is vrij rustig en daarom goed voor ontspanning, en volgens velen ook goed voor de concentratie. Verder is de muziek vaak vrij dramatisch en wordt de melodie bepaald door een aantal belangrijke instrumenten. Gevoel speelt meestal de grootste rol in de muzikale expressie.
http://www.youtube.com/watch?v=ARMdKkNboUU ; Concerto for two violins van Antonio Vivaldi
Zoals over meer muziek uit de Barok wordt gezegd, wordt ook over dit stuk gezegd dat het concentratie zou bevorderen en tegelijk voor rust zou zorgen. Dat geloof ik graag want ik denk niet dat je op dit muziekstuk makkelijk uit je dak gaat.. En als je je een beetje inleeft dan denk ik ook dat je wel kan horen dat gevoel belangrijk is in het stuk. Het andere kenmerk komt ook goed naar voren, de viool is het belangrijke instrument dat heel het stuk lang aanwezig is.

Classicisme
Ook het classicisme heeft enkele typische kenmerken. Dat zijn bijvoorbeeld veel passie in de muziek en thema’s uit de klassieke oudheid. Die periode stond sowieso in alle kunst centraal in dit tijdperk, vandaar natuurlijk ook de naam Classicisme. De melodieën in de muziek zijn over het algemeen kort, en die herhalen zich dan. Dat maakt ook dat motieven, terugkerende stukken in de muziek goed hoorbaar zijn.
http://www.youtube.com/watch?v=JTc1mDieQI8 ; symphony 40 in G minor van Amadeus Mozart
De titel moest ik even naar zoeken maar dit stuk van Mozart kent zo ongeveer iedereen wel, zelfs ik. Zoals in veel stukken uit het Classicisme zijn de melodieën hierin vrij kort en de motieven zijn duidelijk te horen. Je kunt een duidelijk stuk aanwijzen dat zich regelmatig herhaalt. Het is ook duidelijk minder rustig dan het Barok-stuk, vanwege de passie die er hoorbaar in zit. Die passie komt vooral goed naar voren in het hogere tempo, de sneller verschillende toonhoogtes en de wisselingen in het tempo van de muziek.

Romantiek
Tot slot een stuk muziek uit de Romantiek. Typerend voor muziek uit deze tijd bevat vaag climaxen waarbij tempo en passie omhoog gaan maar ook momenten waarop wordt afgebouwd naar een rustiger tussenstuk. Het orkest dat een stuk uit de Romantiek speelt is vaak groter dan bij een stuk uit de Barok of het Classicisme en er is aandacht voor meer verschillende andere groepen instrumenten. Zo ligt bijvoorbeeld minder de nadruk op alleen de viool, zoals bij het stuk uit de Barok.
http://www.youtube.com/watch?v=01VNmxnE7Iw ; Symphony 4 van Anton Bruckner
Dit muziekstuk van Bruckner is gemaakt in het midden van de periode van de Romantiek. De climaxen en opbouw zijn goed te horen en ook rustige stukken zijn goed te horen. Je kunt ook wel horen dat het een grote groep muzikanten moet zijn, en verschillende instrumenten hebben allemaal een belangrijke rol, er is niet één leidend instrument.

Je kunt dus goed horen dat deze muziekstukken uit drie verschillende historische periodes afkomstig zijn.
Barok-muziek was erg rustig, later is dat gaan veranderen tot er ook in de muziek duidelijk een nieuwe periode was aangebroken. De passie is een van de belangrijkste kenmerken van het Classicisme. De romantische muziek is af en toe rustig en maar heeft ook nog stukken waarin je het Classicisme duidelijk herkent met meer passie en minder rustige muziek. Toen de Romantiek echt aanbral werden de orkesten groter en kregen meerdere groepen van instrumenten een belangrijke rol. Voor die tijd was het vaak één groep (vaak violen) die het muziekstuk grotendeels bepaalden.

donderdag 16 mei 2013

Verwerkingsopdracht Verlichting


Idealen vanuit de Verlichting in onze tijd

Een van de belangrijkste aspecten van de verlichting is de vrijheid voor een ieder. Op vele verschillende gebieden. Vrij mogen denken en vinden wat je wilt was revolutionair en had grote aanhang. Alles werd meer op de persoon gericht die daardoor meer vrijheid voor zichzelf had en minder regels kreeg voorgeschreven van hogeren.
Ook in het heden is vrijheid een erg belangrijk punt. Nederland is een vrij land. Iedereen heeft de vrijheid te zeggen wat hij of zij wil en ook om te geloven wat hij of zij wil. Dat is zeker niet overal in de wereld zo, maar in Nederland, waar de verlichting zeer nadrukkelijk aanwezig is geweest zijn normen en waarden sinds die tijd erg aangepast. Alleen al die regels voor vrijheid van meningsuiting en geloofsvrijheid. Erg belangrijke punten in de grondwet. En dat zorgt ook vaak genoeg voor spanningen, want dat je alles mag zeggen wat je wil kan soms ten koste gaan van een ander. Maar die vrijheid hebben we in Nederland.  Je hoort de termen vaak in het nieuws en over het meestal is iedereen trots op het feit dat we in Nederland zoveel vrijheid hebben.
Iets anders dat zich sterk ontwikkelde in de 17de en 18de eeuw was de belangstelling voor en ook het praktiseren van wetenschap. Men wilde zelf dingen kunnen waarnemen. De mensen wilden niet meer zomaar alles geloven wat hen verteld was. Alleen dingen die daadwerkelijk bewezen konden worden werden geloofd. Alles gebaseerd op de empirische kennis, op de ratio. Natuurkunde, scheikunde, sterrenkunde, wiskunde, biologie en nog meer wetenschappen werden door vele geleerden beoefend. Wat natuurlijk ook zijn vruchten afwierp. Denk aan de ontdekking dat de aarde om de zon draait in plaats van andersom. Een ontdekking met een enorme impact op de wetenschap. Maar ook meer praktische dingen als de stoommachine en later de stoomtrein werden tijdens de Verlichting uitgevonden. Zo kregen veel mensen profijt van de weteschap, waardoor het alleen maar verder gestimuleerd werd.
Ook nu is Nederland erg actief op gebied van wetenschap. Zulke grote ontdekkingen als het draaien van de zon om de aarde zijn er natuurlijk niet meer, maar het zou zo maar eens heel goed kunnen dat de mensheid binnen nu en 50 jaar een belangrijke ontdekking doet doormiddel van de ruimtevaart. En daarin is Nederland ook erg actief. Ook nu willen we zelf dingen ontdekken, zelf dingen waarnemen en bewijzen, en zo onze kennis continu blijven vergroten. Er wordt ook ontzettend veel  geinvesteerd in wetenschap. Nederland heeft ook een zogenaamde kenniseconomie. De hele economie wordt nu grotendeels draaiende gehouden door alle ontdekkingen en uitvindingen in Nederland. En dat kan je allemaal terguleiden naar de verlichting in Nederland. De manier waarop men toen is begonnen met denken wordt nog steeds gehandhaafd. Zo zijn er zeer zeker idealen die in de Verlichting zijn ontstaan die wij vandaag de dag nog steeds hebben. Als je mij dus de vraag zou stellen of de idealen van de Verlichting nog steeds van toepassing zijn op de 21ste eeuw, dan zou ik die zeker met ja beantwoorden.

maandag 29 oktober 2012

Boekverslag 'Het Diner, Herman Koch'

1.       Herman Koch, Het Diner
Amsterdam, januari 2009, eerste druk (2009)
301 pagina’s
2.       Psychologische roman
3.       Het boek gaat over een diner. Deelnemend aan het diner zijn Serge en Babette Lohman en Claire en Paul Lohman. Serge Lohman staat op het punt om de nieuwe minister-president van Nederland te worden, maar zijn zoon en de zoon van zijn broer hebben iets verschrikkelijks gedaan. Ze gaan dineren om dit te bespreken, dat is tenminste de bedoeling. De zoon van Paul, Michel, en de zoon van Serge, Rick, hebben een zwerver vermoord. Per ongeluk. De zwerver lag in een pinhokje en zij wilden pinnen. Ze werden kwaad en gooiden een lege jerrycan in het hokje, deze vatte vlam en zo verbrandde de zwerver. Tijdens het gesprek proberen ze het onderwerp steeds te ontlopen. Tussen het diner door verteld Paul steeds iets over zijn eigen leven dat te maken heeft met het gespreksonderwerp van dat moment. De geadopteerde zoon van Serge en Babette, Beau, heeft de ‘moord’ zien gebeuren en chanteert Rick en Michel ermee. Ze moeten veel geld aan hem geven, dan pas haalt hij alle filmpjes die hij van hen op internet heeft gezet eraf. Aan het einde wil Serge door het incident van Michel en Rick zich terugtrekken uit de campagne, maar Babette, Claire en Paul zijn het daar niet mee eens. Claire heeft bedacht dat als ze Serge zouden verwonden, hij niet de persconferentie zal geven de volgende dag, waarin hij zijn terugtrekking zou aankondigen. Beau verdwijnt op mysterieuze wijze en het gezin van Paul leeft het leven ‘gewoon’ verder.

Het diner vind ik een heel goed boek. Het is goed geschreven en ik vind de gehele situatie en omgeving waar het hele verhaal zich afspeelt ook mooi gekozen. Er verstrijkt eigenlijk maar heel weinig tijd tussen het begin van het boek en het einde ervan, maar toch gebeurt er heel veel en is er continu een soort spanning aanwezig. Doordat Serge een presidentskandidaat is komt er een extra druk op het hele diner, want Serge moet voortdurend op zijn woorden letten en Paul heeft er juist een beetje een hekel aan om zijn broer heel belangrijk te laten zijn. Ook het feit dat alles door de ogen van Paul wordt gezien geeft een leuk effect. Er zijn  vrij veel personen die een belangrijke rol hebben in het verhaal en dus ook veel verschillende gedachten en meningen. Je komt ook wel meningen en gevoelens van andere personen dan Paul te weten, maar die zijn wel allemaal vanuit Pauls oogpunt.

Emotief argument: doordat de kinderen van Paul en Claire en van Serge en Babette wel ongeveer dezelfde leeftijd hebben als ik nu, kan ik me vrij goed verplaatsen in de situatie van de kinderen. Ik heb natuurlijk niet iets gedaan zoals Rick en Michel, maar toch heb je af en toe wel een soort spanningen met je ouders. Zonder dat je alles vertelt aan je ouders zijn zij toch de mensen die je als kind het beste kennen. En juist het feit dat je soms geheimen voor je ouders hebt maakt de band met je ouders speciaal. Ik vind dat dat in dit boek ook duidelijk naar voren komt. Paul en Claire weten dat het niet goed is wat Michel heeft gedaan maar willen hem ondertussen ook beschermen. En Michel zelf weet ook dat het niet in de haak is maar weet toch niet precies in hoeverre hij zijn ouders er nou bij moet betrekken. Die relatie tussen kind en ouders heeft Koch mooi beschreven.

Estetisch argument:Wat ik het beste vind aan dit boek is de situatie waarin alles plaatsvindt. Het lijkt aanvankelijk een heel onschuldig diner maar langzamerhand wordt je als lezer steeds meer duidelijk. Beide gezinnen hebben een gezamenlijk groot probleem maar er blijken ook  nog verschillende randzaken te zijn die hun invloed hebben op het diner en de omstandigheden. Zo is Serge bezig met zijn verkiezingscampagne, hebben Babette en Serge het moeilijk met hun pleegkind Beau, is er een voortdurende spanning tussen Michel en Paul en heeft het gezin van Paul te maken met de ziekte van Claire. Wat ik ook sterk vind aan het boek is dat je de gerechten van het diner ziet terugkomen in de opbouw van het verhaal.

Moreel argument: Ik vind dat Herman Koch een aangename manier van schrijven heeft. Zijn taalgebruik is niet bijzonder moeilijk en het leest fijn. Hij beschrijft de gedachten van Paul erg goed. Dat moet ook wel want die spelen een grote rol in een psychologische roman als deze. De gedachten zijn realistisch en mooi geformuleerd. Het beste aan de schrijfstijl van Koch vind ik in dit boek wel de opbouw en structuur. Het verhaal bouwt zich op terwijl het diner vordert. Bij nieuwe gangen komen nieuwe deelonderwerpen aan bod en tussen gangen in gebeurt ook telkens iets. Als is het maar een gedachte van Paul  over een van zijn tafelgenoten. Het vertelt je als lezer meteen weer wat over die persoon maar zeker ook over Paul en zijn mening over de persoon waar zijn gedachten naar uitgaan.

Realistisch argument: Ik vind het eigenlijk een vrij realistisch boek. Wellicht is de doodslag door Michel en Rick wat extreem, maar ik geloof wel dat ieder persoon en ieder gezin problemen op zijn weg krijgt. Dus ook de familie van een presidentskandidaat. En ook de manier waarop de personen met de gebeurtenis omgaan en in deze situatie handelen zijn geloofwaardig. Die manier van handelen vind ik zelfs erg goed beschreven. Niemand hoopt natuurlijk ooit in een situatie als deze te komen en niemand weet precies hoe dan juist te handelen. Maar zo beschrijft Koch het ook. De acties worden niet beschreven alsof ze voor de hoofdpersonen vanzelfsprekend zijn. Je merkt dat ze veel moeite hebben met de omstandigheden waarin ze zich bevinden.

Structureel argument: De structuur van het boek is heel goed. Je voelt de spanning opbouwen terwijl het diner vordert. Het begint met het aperitief, waarin je eigenlijk een beetje kennismaakt met de personen maar nog maar weinig te weten komt over de werkelijke reden van het diner; praten over de moord die hun zoons zijn begaan. Je weet wel dat ze in de problemen zitten maar wat er nou werkelijk gebeurt is ontdek je pas stukken later. In het voorgerecht kom je weer meer te weten en veruit het meeste kom je te weten tijdens het hoofdgerecht. Ook tussen de gangen door gebeuren er dingen zoals de ontmoeting van Paul met Michel. Een grappig detail is ook dat Paul telkens weer terugkomt op de pink van de ober. Hij stoort zich daar erg aan en bij vrijwel elke gang veroordeelt Paul de pink in zijn gedachten. De pink vormt zo een soort motief in het verhaal. Pas na het nagerecht en het digestief is eigenlijk alles duidelijk over ‘het ongeval’ waar in het begin van het boek over gesproken wordt. Hoe het precies afloopt en hoe Michel en Rick ervan afkomen weet je uiteindelijk niet. Hoe het serge verloopt lees je nog wel. In ‘de fooi’  wordt je verteld dat de verkiezingen voor Serge zijn uitgelopen op een mislukking. En zo komt een mooi eind aan het boek en aan het diner.

Intentioneel argument: wat Herman Koch precies bedoelt met het boek weet ik natuurlijk niet maar wat hij wel goed duidelijk maakt is dat iedereen voor problemen komt te staan en dat iedereen daar op zijn eigen manier mee omgaat. Ook is duidelijk dat familie een belangrijk aspect is in het boek. Koch beschrijft de relaties tussen zoon en ouders erg goed en realistisch en weergeeft met de manier waarop de ouders hun kinderen beschermen ook aan hoe belangrijk ouders zijn in het leven van een kind en in speciaal in dat van een puber.

dinsdag 29 mei 2012

Boekverslag 3 - Tomas Ross, De zesde mei

Algemene informatie
a.       - Tomas Ross, De zesde mei
- Amsterdam, 2003, 1e druk (2003), De Bezige Bij
- 296
b.      journalistieke roman, misdaadroman
c.       SAMENVATTING:
Anke Luyten is een jonge dame en heeft drie jaar vastgezeten vanwege medeplichtigheid bij een moord. Ze heeft ooit, met vrienden, een laboratorium gekraakt waar apen werden gebruikt als proefdieren. Bij de bevrijding kwam  een bewaker om het leven. Niet Anke heeft de man doodgeschoten, maar haar vriend Peter Heemskerk, al heeft Anke dat altijd verzwegen. Als ze vrijkomt wilt ze zo snel mogelijk haar verleden achter zich laten. Dat lijkt ook aardig te lukken, ze woont op zichzelf, raakt bevriend met haar Turkse onderbuurman Erdogan Demir en heeft zelfs een baan.
Maar na een paar weken wordt ze toch al weer lastiggevallen. Door een zekere Van Dam van de BVD. Het gaat om een nieuwe moordzaak waarvan Peter Heemskerk en Volkert van der Graaf van worden verdacht. Omdat zij samenwerken bij Vereniging Milieu Offensief (VMO), waar Anke ook actief is geweest, wordt ze gevraagd om als infiltrant te gaan werken voor de BVD. Ook heeft de BVD een fragment van een afgeluisterd telefoongesprek van Peter waarin hij zegt: ‘Hij moet dood’. Anke moet gaan ontdekken wie er volgens Peter dood moet.
Eerst wilt Anke er niet aan mee werken maar ze wordt er goed voor betaald en een begeleidster van de reclassering overtuigd haar ervan dat Peter ook straf verdiend, zeker als hij op inderdaad opnieuw een moord heeft gepleegd. Dus Anke gaat toch aan het werk als infiltrant.
Ondertussen komt ook nieuwsfotograaf Jim de Booy in aanraking met de VMO. Hij is bezig aan een fotoreportage over Pim Fortuyn die eerst met Leefbaar Nederland, later met zijn eigen Lijst Pim Fortuyn furore maakt in de Nederlandse politiek. Meerdere keren zijn bij presentaties van Fortuyn enkele actievoerders aanwezig. Als hij een keer een van de actievoerders, waarvan hij dan niet weet dat het Peter  Heemskerk is, recht in de lens fotografeert, wordt hij zijn fotocamera hem hardhandig afgepakt en beschadigd. Jim wilt weten wie de actievoerders zijn en begint zijn eigen onderzoek, met behulp van zijn rijke archief aan foto’s.
Na een paar maanden onderzoeken en veel denkwerk vind Anke in het huis van Volkert een map met documenten erin waaruit blijkt dat Peter samen met Volkert inderdaad iemand willen gaan vermoorden. Voor de dag nadat ze het ontdekt hebben ze een aanslag gepland op Pim Fortuyn. Maar op het moment dat Anke de map doorleest komt Peter het huis binnen. Hij ziet wat ze aan het doen is het mishandelt haar. Vervolgens hangt hij haar op en gaat er met de map van door.
Nog net op tijd wordt Anke door Erdogan gered. Ze alarmeren de BVD en de politie, maar als ze de volgende dag naar Hilversum reizen, waar de aanslag moest plaatsvinden, blijkt dat de BVD het niet heeft kunnen tegenhouden. Eigenlijk, niet heeft willen tegenhouden.

 (LEESVERSLAG ALGEMEEN)
1.       Verwachtingen
Hoe ben je op het idee gekomen dit boek te gaan lezen?
 Ik ging op 6 mei op zoek naar een boek dat ik kon gebruiken voor een boekverslag, dus een boek dat ook op lezenvoordelijst.nl stond. Vervolgens heb ik boeken gesorteerd op genre; misdaadroman. Toen stond er tussen de boeken met dat genre eentje met de titel ‘De zesde mei’. Omdat het die dag ook 6 mei was viel het me op en na het lezen van de achterkant heb ik besloten dat boek te gaan lezen. Over de aanslag op Pim Fortuyn.
Wat waren je verwachtingen?
Ik verwachtte een boek met spanning. Omdat het een misdaadroman was. Daarop heb ik het boek ook uitgekozen want ik hou wel van spannende boeken. Verder waren mijn verwachtingen dat het ook vrij veel over politiek zou gaan.

2.       Motieven en thema
Motieven:          - Ankes gereformeerde opgroeien in Middelburg.
- De verhoudingen tussen Peter en Anke.
- Het oude dienstpistool van Peters vader. Door Peter gebruikt.
- Telefoongesprekken tussen Anke en de BVD.
- Het autisme van De Booy’s dochtertje.
- De verkiezingsdebatten van Fortuyn.
- De datum 6 mei.
Thema: De moord op Pim Fortuyn (en de aanloop ernaar)

3.       Beoordeling
a.      Schrijfstijl:
 
Ik vind de schrijfstijl wel aangenaam, er worden niet echt heel lange of onduidelijke zinnen gebruikt. Ook geen bijzonder moeilijke woorden, allemaal vrij makkelijk te begrijpen dus. Wat ik goed vind aan de schrijfstijl van Tomas Ross is dat de gedachten en het gedrag erg realistisch beschreven worden. Bijvoorbeeld het gedrag van Anke Luyten kort nadat ze, na 2 jaar en 343 dagen celstraf wegens medeplichtigheid aan moord, is vrijgelaten.
Citaat; ‘’Het si stil in het café. Er zit alleen nog een ouder stel, dat sinds ze binnen is niets tegen elkaar heeft gezegd. Daarom is ze hier ook binnen gelopen en niet in een roti-tent aan de overkant waar het druk is en waar ze vast en zeker een tafeltje met anderen had moeten delen. Dat is het rare, je zou zeggen dat je na al die jaren behoefte hebt aan andere mensen, en dat is ook zo, maar niet te snel en niet nu. Natuurlijk speelt er ook iets anders mee: ze wil niet worden lastiggevallen met vragen, al heeft ze zich op de antwoorden voorbereid. En zo klein als die kans is in deze onbekende, ze wil ook de kans niet lopen bekenden tegen te komen.
Blz 32.
b.      Inhoud:       Tijd: De tijd waarin dit verhaal zich afspeelt is best bepalend. Het is naast een misdaadroman ook een journalistieke roman. Het is dus gebaseerd op de waarheid, maar door de schrijver een beetje vervormd. En alle gebeurtenissen rondom Fortuyn spelen zich af in 2002. Toen was ik 7, dus toen heb ik weinig meegekregen van politiek. Dat is bij het lezen van dit boek wel jammer want dat zorgt ervoor dat er ook onbekende namen voor komen. Namen die mensen die 10 jaar ouder zijn waarschijnlijk wel iets zeggen.
Vertelperspectief: Het vertelperspectief is de wisselend personale vertelsituatie. Het is telkens vanuit het oogpunt van een ander persoon. De ene keer Anke Luyten, de andere keer Jim de Booy, nu eens rechercheur Van Dam en dan weer door de ogen van Fortuyn. En telkens weet de persoon door wiens ogen jij het verhaal leest, niet alles. Doordat je echter als lezer het verhaal vanuit heel veel oogpunten ziet, weet je als lezer wel bijna alles. Soms zie je bijvoorbeeld vanuit de ogen van Jim de Booy een ander personage, Anke Luyten. De Booy vraagt zich af wat Luyten op de desbetreffende plaats doet. Maar als lezer weet je dan weer wel wat ze daar doet. Doordat dan in het hoofdstuk daarvoor vanuit Luytens ogen is geschreven weet je dat ze naar een bepaalde plek toe gaat en ook waarom. En dan wordt ze daar vervolgens door De Booy gezien.
Zo weet je als lezer een stuk meer dan een apart personage. Je hebt de kennis van alle personages bij elkaar.

4.       Eindoordeel






Als ik dit boek een cijfer moet geven dan is dat een 7. Ik vind het namelijk best een goed boek. Het leest fijn, en ook al weet ik eigenlijk niet genoeg van de tijd waarin het zich afspeelt, toch is ook het onderwerp boeiend. Het goede aan het boek vind ik ook dat de spanning zich ook heel erg opbouwt. Vanaf het begin weet je, want die kennis had ik dan nog wel, dat Fortuyn op 6 mei 2002 vermoord wordt. Een paar keer komt dan ook nog die datum voorbij. Niet alleen onder de actievoerders maar ook bij Fortuyn zelf. Je leest hoe hij afspraken maakt voor een radio-interview in het Mediapark in Hilversum, op 6 mei. En naarmate je verder in het boek bent, kom je dichterbij 6 mei. Dat merkt je doordat data worden genoemd; eerst een paar gebeurtenissen in januari, dan wat in februari en zo door tot begin mei. Maar je merkt het ook aan de opgebouwde spanning in het boek.
Anke Luyten probeert te achterhalen wie er volgens Peter Heemskerk vermoordt moet worden en als lezer weet je dat het om Fortuyn gaat. En op 6 mei, dat weet je ook. Dus als het op een gegeven moment al eind april is dat weet je dat Anke moet opschieten wil ze nog van belang kunnen zijn voor de BVD. Al helemaal op het eind. Op 5 mei. Dan weet je dat er bijna geen tijd meer is. Maar dan lukt het haar alsnog op de dag voor de aanslag. Anke weet dat tot op dat moment niet, maar als lezer weet je dat wel. Daarom vind het ik de volgende passage ook kenmerkend voor de spanning:
‘’…  Ze moet Van Dam bellen, nu, meteen! Ze weet om wie het gaat, ze weet waar, ze weet ook wanneer! God o mijn god, Volkert is knettergek! Fortuyn! Of vergist ze zich? Is het iets anders? Maandag 6 mei, in Hilversum, in de namiddag, op een plek die Mediapark heet. FM III, staat erbij. … Dan hoort ze geluid achter zich en als ze ontsteld achterom kijkt, ziet ze in paniek het van woede verwrongen gezicht van Peter. Het lijkt wel alsof er vuur in zijn ogen brandt, zijn gezicht lijkwit.
‘Godverdomme!’ schreeuwt hij. ‘Sjoerd had gelijk! Je houdt ons in de gaten, stomme trut!’
Nee! Wil ze roepen maar voor ze haar mond heeft kunnen openen, slaat hij haar zo hard tegen haar slaap dat een doffe pijn haar doet duizelen en ze achterover valt. …’’
Wat spanning betreft zijn mijn verwachtingen dus wel uitgekomen. Het was inderdaad een spannend boek en ik ben blij dat ik voor het genre misdaadroman heb gekozen. De verwachtingen over politiek klopten ook wel, al was de aanslag op Foruyn toch wel het belangrijkste onderwerp. En dan met name de voorbereidingen door de VMO (Vereniging Milieu Offensief) voor de aanslag. Het was alleen wat jammer dat ik van de delen die wel over politiek gingen, niet alles snapte door dat ik veel namen niet herkende.

vrijdag 27 april 2012

verwerkingsopdrachten

Boekje 1 (blauw)
Verwerkingsopdracht 3

De opdracht was om een kunstwerk van Escher te koppelen aan het fragment uit De Zonnewijzer van Maarten ’t Hart. Ik heb gekozen voor dit kunstwerk, omdat ik er vrij weinig van snap. Er zijn allemaal onbegrijpelijke aparte elementen in het werk aanwezig die je als toeschouwer aan elkaar moet proberen te koppelen. Je moet er één geheel van maken. In het beschreven fragment is Leonie de hoofdpersoon. Haar vriendin Roos is naar men zegt overleden aan een zonnesteek en tot haar eigen verbazing is Leonie erfgenaam. Als ze bij Roos thuis is gaat de telefoon en spreekt ze met ene Freek, die nogal graag wilt weten waar Roos is, maar aan Leonie niet wilt vertellen waarvan Roos hem kent.
Bovendien zegt Freek tegen Leonie, dat Roos aan hem verteld had dat ze dacht dat iemand haar dood wilde hebben.
Er zijn dus heel veel onduidelijke dingen een aantal zaken die niet echt kloppen. Dat is bij dit werk van Escher ook het geval. Het klopt eigenlijk niet, en toch vormt het samen één geheel. Leonie moet nu proberen van alle ‘aanwijzingen’ één geheel te maken, om erachter te komen wat er nou precies met haar vriendin Roos gebeurt is. Leonie moet dus eigenlijk de losse eindjes aan elkaar knopen, en dat is wat je als bekijker van deze tekening ook doet. Althans, je probeert dat te doen maar het is eigenlijk bijna onmogelijk. Zoveel vreemde dingen zitten er in het werk. Voor Leonie zal het ook niet meevallen.
Dit kunstwerk heb ik dus gekozen omdat het moeilijk is het te begrijpen en omdat je (vanzelf) probeert het voor jezelf duidelijk te krijgen. Leonie begrijpt ook niets van de situatie waarin ze terecht gekomen is en daarom vind ik dat dit kunstwerk wel mij dit tekstfragment past.

Boekje 2 (oranje)
Verwerkingsopdracht 2

Als ik het fragment uit De schilder en het meisje van Margriet de Moor op basis van vertelinstantie vergelijk met het fragment uit Een schitterend gebrek van Arthur Japin, dan vind ik het fragment uit Een schitterend gebrek beter. Daarin wordt gebruik gemaakt van de ik-vertelinstantie, je weet net zoveel als de hoofdpersoon (of een ander karakter uit het boek). Dat vind ik over het algemeen fijner dan de auctoriale vertelinstantie in het andere fragment, waarbij je alles weet. De gedachten en gevoelens van meerdere mensen, en daardoor ook meestal meer dan de hoofdpersoon.
Ik heb liever de ik-vertelinstantie omdat je dan vaak weinig weet over wat er gaat gebeuren. Dat zorgt voor meer spanning en je wilt door blijven lezen omdat je erachter wilt komen wat er gaat gebeuren. Bij de auctoriale vertelinstantie weet je vaak al meer van de toekomst omdat er meestal wel minstens één ander persoon is die weet wat er komen gaat, van wie jij dan de gedachten weet. Dat is ook het geval bij het fragment uit De schilder en het meisje. Het meisje wordt ter dood veroordeeld. Dat weet je als lezer, dankzij de auctoriale vertelinstantie. Maar het meisje zelf weet dat niet. Ze heeft wel het gevoel dat er ‘iets met haar gaat gebeuren wat met niemand anders gaat gebeuren’, door de blikken van de mensen in het publiek. Mij lijkt het in dit geval spannender als je door middel van de ik-vertelinstantie, net als het meisje zelf, niet precies had geweten wat er met haar gaat gebeuren. Dat lijkt mij spannender.
In het fragment uit Een schitterend gebrek zijn alleen de gedachten en gevoelens van Lucia bekend. En omdat zij pas kort in Amsterdam is, is alles nieuw voor haar. En door de ik-vertelinstantie is alles ook nieuw voor de lezer, je weet niet wat er komen gaat.
Ik vind de ik-vertelinstantie dus beter dan de auctoriale vertelinstantie omdat er, doordat je minder informatie krijgt, meer dingen zij die je wilt weten en omdat er meer spanning is.